Interview Bleekemolens Race Planet

Hoeveel invloed hebben banden met betrekking tot je race-prestaties? Ik vroeg het aan twee experts met ruime praktijkervaring, namelijk vader en zoon Bleekemolen van Bleekemolens Race Planet. Michael heeft nog samen met race-legende Alain Prost Formule 3 gereden in de jaren ’70. Daarna maakte hij de overstap naar toerwagens waarin Michael tot de dag van vandaag met zijn eigen raceteam Team Bleekemolen actief is. Tevens runt hij al een aantal jaar zijn bedrijf Race Planet, wat bestaat uit een aantal kartbanen en het aanbieden van diverse rijvaardigheids- en racecursussen aan het grote publiek. Zijn zoon Jeroen schuift ook aan voor het interview, met een CV waar o.a A1 GP, Porsche Super Cup, DTM en de 24 uur van Le Mans op staan.

Het regent in Zandvoort. En hard ook. Maar dat mag de pret niet drukken want vandaag is een bijzondere dag voor velen. De gehele dag door ontvangt Race Planet grote groepen enthousiaste mensen die een aantal laps over het circuit mogen maken onder het toeziend oog van een instructeur. Schuilend voor de regen ontmoeten we elkaar in een grote witte tent met uitzicht op de Tarzan bocht.

Op de openbare weg is voldoende profiel op je banden hebben natuurlijk erg belangrijk, maar hoe werkt dat op het circuit? Michael: ‘’We hebben heel veel testen gedaan voordat we een goede band kozen voor onder onze 120 auto’s. Dan let je met name op de veiligheid van een band. We laten onze deelnemers, onervaren rijders, natuurlijk tot snelheden van wel 200 km/u rijden en dan moet het wel safe zijn allemaal. We hebben nu voor één type band gekozen, de ‘gewone’ straatband die hoge snelheden aankan, van het merk Bridgestone. Deze heeft voldoende grip bij zowel droog als nat weer – want constant 120 auto’s wisselen is niet te doen. Onze drift-wagens kunnen overigens niet op de Bridgestone banden rijden, want dan zouden ze teveel grip hebben. Daarvoor zijn ze gewoon te goed!’’ Jeroen vult aan en legt uit dat de juiste mate van grip hebben in de professionele autosport allesbepalend is. ‘’Voor 24-uur races heb je vaak keuze uit een wat hardere en zachtere band. Dat is natuurlijk omdat het weer in die 24 uur nog wel eens verandert, maar ook de temperatuur (dag en nacht) fluctueert. En dan heb je ook nog een zogeheten intermediate band, een soort zachte slick waar groeven in gemaakt zijn. In feite een compromis die tussen slicks en regenbanden in ligt, en dus ook maar enkele rondes werkt. Welke band je kiest hangt dus van meerdere factoren af’’ aldus Jeroen.

Een logische volgende vraag van mij is: waarop baseer je het moment van de wissel(s)? ‘’Er wordt van te voren een strategie bepaald door het team’’ begint Jeroen. ‘’Bij het maken van een plan wordt rekening gehouden met de weersverwachting en temperatuur, maar hangt ook af van hoeveel sets je hebt (dat is bepaald door de FIA en voor iedere race weer anders). Soms gebruiken we een set banden twee keer in de race, maar wisselen we tussendoor. Een bandenstop kost gemiddeld 15 seconden dus je moet wel zeker weten dat je die tijd weer goed gaat maken. Vandaar dat er soms ook voor wordt gekozen om toch maar door te rijden.’’ Ik vraag me af hoe stressvol dat moet zijn in de pits. De duur van de wissel is natuurlijk ook van invloed op de winst! Jeroen: ‘’Dat wordt mega professioneel gedaan. We hebben daar speciale teams voor die dagelijks trainen en ook veel in de sportschool te vinden zijn om die spieren te trainen. Alle teams zijn tegenwoordig wel even goed hoor, dat gaat het verschil niet meer maken met een normale pitstop. Alleen als er echt een fout wordt gemaakt, dan kan je een plek terugvallen in de race.’’

Zie jij tijdens het racen dan ook informatie over de conditie van je banden op een schermpje ofzo? ‘’We kunnen tegenwoordig als rijder de druk per band op het dashboard zien, dat is handig om bijvoorbeeld een klapband te voorkomen. Wanneer de bandenspanning te hoog oploopt, verlies je grip. De pits kijkt ook mee, meet en speelt informatie door waardoor we onze plannen tijdens de race bij kunnen stellen’’ legt Jeroen uit. ‘’En voelen’’ vult Michael aan. ‘’Je kunt bijvoorbeeld een ‘flat-spot’ op je banden krijgen door je wiel te hebben geblokkeerd met remmen, dat kan trillen of doorslijten. Wanneer je rondetijden te drastisch achteruitgaan is dat natuurlijk ook een teken dat je banden op zijn’’.

Jeroen vat nog eens samen: ‘’De snelheid van de auto en de mate van grip verandert continue door het gewicht. Na een pitstop heb je nieuwe banden en een volle tank dus dan heb je een hele zware auto. Aan het einde worden de rondetijden sneller omdat de auto dan 100 kilo lichter is, terwijl de banden wel slechter zijn. Dus ook gewicht heeft invloed op je race-prestatie.’’ Ik ben benieuwd: hoeveel tijd kun je gemiddeld winnen met het juiste bandenmanagement? ‘’Met lange races zoals Le Mans, bijvoorbeeld in de nacht na een Safety Car, kan het gauw oplopen tot 2-3 seconden verlies per ronde. Zoveel factoren hebben invloed op de prestaties van een band en daarmee dus ook je tijd. Een band werk altijd maar één hooguit twee rondjes optimaal, afhankelijk van de juiste bandenspanning en temperatuur, zo haal je de meeste grip uit een band’’ verklaart Jeroen.

Ik vraag de heren tot slot om een leuke banden-anekdote. Jeroen begint te vertellen over de nachtmerrie van iedere coureur: de band die niet goed gemonteerd is in de pits en loskomt tijdens het rijden. ‘’Tijdens de kwalificatie verloor ik net na de pits-ingang mijn band. Ik voelde al wat trillen en zag het gebeuren. Regel is dat je die vier banden moet gebruiken, je mag er niet zo een nieuwe opzetten in de pits. Dus ik parkeer mijn auto, stap uit en ren richting de band – want ik wist die ik die naast me in de auto mee moest nemen de pits in om verder te mogen racen zonder gediskwalificeerd te worden. Het lachwekkende tafereel is nog steeds te vinden op YouTube. Maar ik lag nog steeds pole-position!’’ lacht Jeroen.

 

Comments are closed.